Intern Begeleider
De leerlingenzorg wordt gecoördineerd door de intern begeleider, voor de onderbouw is dat Siny van der Woude en voor de bovenbouw Tineke Schoonderwoerd.  De intern begeleider bewaakt de afspraken die op het gebied van de leerlingenzorg zijn gemaakt en ontwikkelt beleid op dit gebied. Zij heeft structureel overleg met de leerkrachten over de groep en de individuele leerlingen. Tevens is zij de contactpersoon naar externe instanties.

Leerlingvolgsysteem
De ontwikkeling van uw kind is onze uitdaging. Elk kind is uniek, daarom proberen we onderwijs op maat te geven. Dit gebeurt groepsgewijs en als het noodzakelijk is in kleine groepen of individueel. De ontwikkeling van alle leerlingen wordt door ons systematisch gevolgd. Dit noemen wij ons leerlingvolgsysteem. We hebben daarvoor verschillende instrumenten. Een eerste belangrijk instrument zijn de observaties van de leerkracht. We vinden het belangrijk om goed naar een kind te kijken. Hoe speelt het? Hoe gedraagt het zich in de kring? Hoe gaat het kind te werk? Als een kind start in de kleutergroep, zijn deze observaties van grote waarde voor ons. We worden hierbij ondersteund door het leerlingvolgsysteem ‘Kijk’ dat ons handreikingen geeft voor het verkrijgen van een zo compleet mogelijk beeld. We gebruiken ‘Kijk’ in de kleutergroepen. Daarnaast maken wij vanaf eind groep 1 gebruik van diverse Cito-toetsen. Deze toetsen worden halfjaarlijks of jaarlijks afgenomen. We kunnen de ontwikkeling van een leerling op een bepaald gebied hiermee in kaart brengen, maar ook conclusies op groeps- en schoolniveau trekken. Naast toetsen op cognitief gebied zoals rekenen, lezen en spelling, gebruiken we ook een volgsysteem op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit volgsysteem heet Scol en is gekoppeld aan de methode Sociale Talenten waarmee we ook werken. Tenslotte werken we met de zogenaamde methodegebonden toetsen. Dit zijn toetsen die horen bij de diverse lesmethodes. Deze toetsen worden ongeveer een keer per drie weken afgenomen en bieden ons de mogelijkheid te evalueren hoe de leerling de aangeboden leerstof verwerkt heeft. Van ieder kind wordt een leerlingdossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets- en rapportage gegevens van de verschillende leerjaren. Het leerlingdossier is door te ouders altijd in te zien.

Groepsplannen.
Om de kinderen zo optimaal mogelijk te begeleiden, werken we in de klas met groepsplannen. Hierbij wordt de klas in subgroepen verdeeld. We werken zoveel mogelijk met 3 subgroepen waarbij de eerste groep verkorte instructie krijgt, de tweede groep een normale instructie en de derde groep verlengde instructie. Deze laatste groep kan de instructie krijgen van de leerkracht, als de andere kinderen zelfstandig werken. Maar deze instructie kan ook gegeven worden buiten de groep door een andere leerkracht. Zo proberen we tegemoet te komen aan de verschillende instructiebehoeften die leerlingen hebben. We streven voor alle kinderen zoveel mogelijk dezelfde doelen na. In de groepsplannen staat beschreven hoe de invulling van de extra zorg wordt gerealiseerd. Na de Cito-toetsen worden er weer nieuwe groepsplannen opgesteld. In specifieke gevallen stellen we een individueel plan op.

Leerlingbespreking.
Er worden 3 keer per jaar leerlingbesprekingen gehouden voor de onderbouw en de bovenbouw. Leerkrachten hebben dan de mogelijkheid een hulpvraag m.b.t. een leerling met elkaar te bespreken. Bij deze besprekingen is ook regelmatig een orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst aanwezig. Het kan zijn dat de school het wenselijk vindt nader onderzoek te laten verrichten. Dit gebeurt dan altijd in overleg met ouders.

Schoolondersteuningsteam (SOT)
We hebben als school de mogelijkheid ondersteuning aan te vragen aan het Schoolondersteuningsteam ( SOT). Het SOT komt in ieder geval drie keer per jaar bijeen. In het SOT zitten een orthopedagoog en de intern begeleider van de school, maar soms ook de maatschappelijk werker en de jeugdverpleegkundige. De bedoeling is dat er in het SOT gekeken wordt naar wat nodig is voor een leerling om zich verder te kunnen ontwikkelen.

Mocht deze ondersteuning niet voldoende opleveren, dan kan er in overleg met het schoolbestuur een arrangement worden aangevraagd bij de Commissie voor Arrangementen (CvA).

Alle stappen die we willen zetten als het gaat om extra zorg voor een leerling, worden altijd in nauw overleg met ouders besproken. We vinden het ook heel prettig dat u als ouder bij een SOT-overleg aanwezig bent.

Passend Onderwijs
Met ingang van het cursusjaar 2014/2015 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. De bedoeling van passend onderwijs is dat elke school een passend onderwijsaanbod heeft voor elke leerling.

Door een goed klassenmanagement en pedagogisch klimaat zouden zoveel mogelijk kinderen zich moeten ontwikkelen op de basisschool. Dat is een streven waar we als school van harte achter staan.

Wij geven vorm aan passend onderwijs door te werken met groepsplannen. Elk kind wordt op grond van zijn resultaten en behoeften geplaatst in een subgroep die meer of minder instructie van de leerkracht krijgt. In sommige gevallen kan het kind instructie en oefening buiten de groep krijgen.

De behoeften op sociaal emotioneel gebied krijgen ook nadrukkelijk aandacht . Kinderen hebben soms hele verschillende behoeften: de één heeft behoefte aan uitdaging, een prikkelende omgeving. Terwijl een ander behoefte heeft aan een rustige prikkelarme omgeving met veel vaste structuur. We proberen zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende behoeften van kinderen. We vinden het daarbij ook belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen de leerlingen die extra zorg nodig hebben en de overige leerlingen in de groep